1. Zet (tijdelijk) de oude regeling voort
Werkte je voorheen in loondienst en heb je recent die vaste baan opgezegd om van start te kunnen gaan met jouw bedrijf? Dan kun je in bepaalde gevallen de oude pensioenregeling (waarvan je bij jouw laatste werkgever gebruikmaakte) voorlopig voortzetten. Doorgaan met een bestaande regeling kan zo zijn voordelen hebben. Zo blijft het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid (mits aanwezig in de pensioenregeling) gewoon gedekt.
Let wel, dit is altijd een tijdelijke oplossing. Ook als je aan alle voorwaarden voldoet, mag je de oude pensioenregeling maximaal tien jaar voorzetten en aftrekken van de belasting. Daarna zul je dus alsnog naar een alternatief moeten zoeken om voldoende geld opzij te kunnen blijven zetten voor jouw oude dag.
2. Sluit een lijfrentepolis af
Eén van die alternatieven is het afsluiten van een lijfrentepolis bij een bank, verzekeraar of beleggingsinstelling. De lijfrente is straks een aanvulling op de standaard AOW. Goed om te onthouden: de lijfrentepremie is in principe aftrekbaar van de belasting en mag je in box 1 aftrekken van jouw inkomen. Het juiste bedrag kun je berekenen met de Rekenhulp Lijfrentepremie van de Belastingdienst. Zorg er in dat geval wel voor dat je aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Je moet zelf de premies betalen of stortingen doen.
- Je hebt in een bepaald jaar niet voldoende pensioen opgebouwd. Je hebt dan jaarruimte of reserveringsruimte [bron: Belastingdienst]
3. Fiscale Oudedagreserve (FOR)
Als je pensioen wilt opbouwen en daarbij liever geen geld wilt onttrekken aan de onderneming, zou je ervoor kunnen kiezen om een deel van de winst te reserveren voor een fiscale oudedagreserve, vaak afgekort tot FOR. De toevoeging aan jouw oudedagsreserve over een kalenderjaar is dan 10,9 procent van de winst, met in 2014 een maximum van 9.542 euro.
Let op: een belangrijke voorwaarde voor deelname aan deze regeling is dat je voldoet aan het urencriterium. Daarnaast moet je jonger zijn dan 65 jaar en - ook niet onbelangrijk - door de Belastingdienst worden gezien als ondernemer.
4. Pensioen opbouwen in eigen beheer
Beschik jij over een VAR-dga en wordt jij door de fiscus gezien als directeur-grootaandeelhouder van een besloten vennootschap? Dan kun je ook ervoor kiezen om in eigen beheer een bedrag opzij te zetten voor jouw toekomstige oudedagsvoorziening.
In dat geval bouw je het pensioen meestal binnen de eigen BV op, al kiezen ZZP'ers ook wel eens voor de mogelijkheid om het kapitaal onder te brengen bij een externe verzekeraar. Als ZZP'er hoef je overigens niet per se een VAR-verklaring aan te vragen, maar opdrachtgevers kunnen hier voorafgaand aan een samenwerkingsverband wel om vragen.
5. Banksparen
In goede tijden regelmatig geld opzij zetten voor jouw oude dag is één ding, maar het bedrag op de betreffende spaarrekening onberoerd laten als het zakelijk gezien even wat minder gaat, dát is soms makkelijker gezegd dan gedaan. In dat geval kan banksparen een uitkomst zijn, omdat je op deze manier via een geblokkeerde spaarrekening of beleggingsrekening fiscaal vriendelijk vermogen opbouwt. Zo reserveer je de bedragen die je op deze rekening stort in feite definitief voor de toekomst.
Een andere mogelijkheid is toekomstsparen. In dat geval bouw je ook belastingrij vermogen op voor jouw pensioen. Tijdens de opbouwfase is het tegoed geblokkeerd en kun je het niet opnemen. Het geblokkeerde tegoed wordt later verplicht uitgekeerd in periodieke uitbetalingen. Klik hier voor meer informatie over bank- en toekomstsparen bij de Rabobank.
6. Zelfstandig sparen
Als je financieel gezien over een ijzeren discipline beschikt, kun je er uiteraard ook voor kiezen om bijvoorbeeld maandelijks zelf een bepaald bedrag opzij te zetten op een aparte spaarrekening. Tip: het instellen van een vaste maandelijkse automatische afschrijving kan een extra stok achter de deur zijn en voorkomen dat je het geld voor de oudedagsvoorziening alsnog aan andere zaken besteedt.
7. Verplichte pensioenregeling
Als ZZP'er ben je in de meeste sectoren vrij om wel of geen aanvullend pensioen op te bouwen, maar er zijn uitzonderingen. Zo is het goed om te weten dat bepaalde groepen zelfstandige professionals verplicht moeten deelnemen aan een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
Deze verplichting is met name van toepassing op beroepen in de gezondheidszorg, maar geldt evengoed voor zelfstandige schilders. Wanneer jij twijfelt over een mogelijk verplichte deelname aan zo'n regeling, kun je het beste zelf contact opnemen met jouw vakvereniging of een overkoepelende brancheorganisatie.