Om welk bedrijf gaat het?
Van wie?
Sinds 1993 is deze speelgoedfabrikant een dochterbedrijf van Mattel.
Door wie opgericht?
Herman Fisher, Irving Price en Margaret Evans Price.
Wanneer?
In 1930.
Hoe kwam de oprichting tot stand?
Herman Fisher, de initiatiefnemer en medeoprichter van Fisher-Price, wordt geboren in het jaar 1898 in Pennsylvania. Hij brengt zijn hele jeugd door in deze staat en gaat daarna studeren aan Pennsylvania State University. Hier studeert hij in 1921 af met een Bachelor in commerciële economie. Gedurende de eerste jaren van zijn carrière doet Fisher ervaring op in de reclamewereld, waar hij campagnes maakt voor bedrijven die speelgoed verkopen. Dit doet hij zo goed dat hij in 1930 wordt benaderd door ene Irving Price, de toenmalige burgemeester van het stadje East Aurora in de staat New York, die de lokale werkgelegenheid wil stimuleren door een speelgoedfabriek te starten en zo de directe gevolgen van de recessie enigszins te beperken.
Fisher ziet dat wel zitten en pakt zijn koffers om naar New York te verhuizen. Uiteindelijk wordt de onderneming nog in datzelfde jaar opgericht door Fisher, Price, zijn vrouw Margaret Evans Price en een stille vennoot genaamd Helen Schelle. De naam van het bedrijf: Fisher-Price. Met het daadwerkelijk ontwerpen en produceren van speelgoed voor kinderen van nul tot vijf jaar oud heeft geen van de vier ondernemers op dat moment nog noemenswaardige ervaring opgedaan, maar veel zorgen maken ze zich daarover niet. Het drietal gaat er vanuit dat de kwaliteit van hun producten voor zich zal spreken. De vijf belangrijkste criteria voor het Fisher-Price zijn:
- Producten die gemaakt zijn om werkelijk mee te spelen;
- Die vindingrijk zijn;
- Van degelijke kwaliteit;
- Die het geld waard zijn;
-
En aanzetten tot actie
Deze vijf hoofdpijlers blijken zo succesvol voor het bedrijf dat Fisher-Price ze vandaag de dag nog steeds hanteert. In het eerste jaar na de oprichting brengt de speelgoedfabrikant zestien producten op de markt, waaronder de toentertijd immens populaire granny doodle: een houten eend op wieltjes aan een touwtje, die – als daaraan wordt getrokken – hun bek openen en een kwakend geluid maken. De producten worden gepresenteerd op International Toy Fair in New York City en vinden al snel bij consumenten gretig aftrek in The Big Apple, en ver daarbuiten. Het is Fisher die - al rijdend in een grote vrachtwagen - het speelgoed in eerste instantie bij de mensen thuis aflevert.
De crisisjaren van de jaren '30 hebben uiteraard wel enige invloed op de omzet van het jonge bedrijf. Maar niet zoveel als u misschien zou verwachten. In de eerste vier jaar van het bestaan van Fisher-Price staan er nog rode cijfers onder de streep, maar daarna – mede dankzij een stabiel groeiende klantenkring – begint de speelgoedfabrikant zelfs winst te maken. In de jaren '50 profiteert het bedrijf van het groeiende bestedingsgedrag van de Amerikaanse bevolking en kan het vervolgens - als eerste in zijn branche) de productlijn uitbreiden met producten die voor het eerst zijn gemaakt van plastic. De eerste plastic variant krijgt de naam Buzzy Bee en wordt een groot succes.
Eind jaren '60 gaat Fisher met pensioen. Hij wordt opgevolgd door Henry Coords. Kort daarna wordt het bedrijf overgenomen door Quaker Oats Company, naar verluidt omdat de ontbijtproductenfabrikant van plan is bij marketingcampagnes vaker kleine cadeautjes (lees: speelgoedproducten) in de verpakkingen te stoppen. In de jaren dat Fisher-Price deel uitmaakt van Quaker, gaat het bedrijf zich ook actief richten op het ontwikkelen en produceren van producten voor oudere kinderen (en dus niet meer specifiek voor de leeftijdscategorie 1-5 jaar), overigens met wisselend succes. Het bedrijf blijft tot de jaren '90 onderdeel van Quaker en gaat in 1991 opnieuw als zelfstandige onderneming (naamloze vennootschap) verder.
Deze zelfstandige status is echter van korte duur, want in 1993 gaat Fisher-Price verder als dochterbedrijf van speelgoedgigant Mattel (onder andere bekend van Barbie). Dankzij deze overname is Mattel in één klap de grootste speelgoedaanbieder in de Verenigde Staten en kan Fisher-Price zich met de steun van Mattel op zijn beurt meer gaan concentreren op de internationale markt.
Waarin onderscheidde Fisher-Price zich van de concurrentie?
Van de vijf hoofdpijlers die bij de ontwikkeling van iedere Fisher-Price-product een rol spelen, is met name de degelijkheid en veiligheid van het speelgoed een belangrijk criterium. Dat is het altijd geweest. Al in de eerste jaren uit de geschiedenis van het concern wordt er streng gelet op het materiaal voor de houten eenden en ander speelgoed. Het hout is afkomstig van de Pondorosa dennenboom, een sterkte houtsoort die daarnaast niet makkelijk splinters afgeeft. De roestvrije schroeven en milieuvriendelijke verf maken het plaatje compleet.
Het motto van Fisher en zijn zakenpartners is dan ook: speelgoed van Fisher-Price moet niet één peuterleven meegaan; daar moeten ook de latere kinderen én kleinkinderen van de peuter nog jaren van kunnen genieten. Duurzaamheid, daar gaat het om. Doordat Fisher-Price wars is van modegrillen en de meeste trends op speelgoedgebied aan zich voorbij laat gaan en zich in plaats daarvan richt op 'tijdloze' producten, wordt hier tot ver na de jaren ’30 mee gespeeld en zijn hele generaties opgegroeid met het speelgoed van Fisher-Price. Een betere manier om een band op te bouwen met een doelgroep is er bijna niet. Uit onderzoek blijkt dat maar liefst honderd procent van de ouders in Amerika bekend is met het merk Fisher-Price.
Hoe staat het bedrijf er nu voor?
De crisisjaren van de jaren '30 wist Fisher-Price bijzonder goed te doorstaan, maar de huidige economische crisis blijkt een stuk hardnekkiger. Het derde kwartaal van 2010 was er een voor de boeken van Fisher-Price (niet op de goede manier) en dit had ook gevolgen voor de omzetcijfers van Mattel. Toen zorgden onvoorziene vertragingen in zowel reclamecampagnes als leveringen aan leveranciers, alsmede een mankement aan speelgoedproducten waardoor kinderen het risico liepen op stikken, en de daarop volgende snel dalende verkoopcijfers ervoor dat de totale omzet van dat kwartaal voor Mattel niet uitkwam op 1,94 miljard euro – zoals voorspeld – maar 1,83 miljard euro. Op 30 september van dat jaar was Fisher-Price genoodzaakt circa elf miljoen producten met een mogelijk mankement terug te roepen, wat de reputatie niet natuurlijk niet ten goede kwam en in het derde kwartaal resulteerde in een verlies van één dollarcent per aandeel.
Als startende ondernemer heb je vaak aanvullende financiering nodig. De Rabobank biedt starters mogelijkheden om een bedrijf te financieren.
Het afgelopen jaar ging het gelukkig beter. Het bedrijf wist te profieren van de wereldwijde populariteit van Disney's De wereld van Jake, waarvoor Fisher-Price speelgoed produceert. In het eerste kwartaal van 2012 kwam de omzet uit op 407,5 miljoen dollar, een stijging van twee procent ten opzichte van dezelfde periode in het jaar daarvoor. Fisher-Price is momenteel nog niet opnieuw de meest winstgevende dochteronderneming van Mattel, maar het lijkt na de zware tijd in 2010 en het tegenvallende 2011 inmiddels weer wat de goede kant op te gaan.
Wat deed Fisher-Price met de eerste winst die het ooit maakte?
Investeren in de onderneming is hier wellicht het meest voor de hand liggende antwoord en dat was bij Fisher-Price ook deels het geval, maar het meeste geld ging niet naar het bedrijf of de investeerders, maar naar het toenmalige personeel. Het was het jaar 1936 en de economische crisis was nog niet voorbij. Fisher en Price vonden dan ook dat hun arbeidskrachten wel een financieel steuntje in de rug konden gebruiken. De in totaal vierduizend dollar aan winst werd dan ook keurig verdeeld onder de werknemers van Fisher-Price.
Videos
Internationale reclame van het speelgoed van Fisher-Price:
Fisher-Price gaat regelmatig om de tafel zitten met moeders om hun producten te verbeteren:
