1. Overleg met je werkcoach
Bij het aanvragen van een WW-uitkering heb je van uitkeringsinstantie UWV een werkcoach toegewezen gekregen. Dit is gedurende de periode dat je geen werk hebt en een uitkering ontvangt jouw contactpersoon.
Mocht het met solliciteren in jouw sector vooralsnog niet opschieten en overweeg je om zzp'er te worden?
Ook dan neem je in eerste instantie contact op met de werkcoach om jouw wensen op ondernemersgebied te bespreken. Hij kan je helpen met het realiseren van jouw plannen.
2. Blijf ingeschreven als werkzoekende
Wanneer je met de werkcoach jouw plannen om een onderneming te starten bespreekt, is het belangrijk dat je voorlopig als werkzoekende ingeschreven blijft staan bij het UWV.
Dat is namelijk de enige manier om recht te houden op een WW-uitkering tijdens de voorbereidingen op de start van jouw bedrijf.
3. Test je ondernemerskwaliteiten
Het is niet zo dat iedereen met een WW-uitkering zomaar als zelfstandige mag beginnen. Het UWV wil namelijk eerst vaststellen of je wel beschikt over de benodigde ondernemerskwaliteiten om een succesvol bedrijf op te zetten.
In overleg met jouw werkcoach moet je een aantal testen afleggen om een beter beeld te krijgen van jouw ondernemerscapaciteiten. Zo ben je verplicht om de cursus 'Zelfstandig ondernemen vanuit de WW' te volgen.
4. Ga op onderzoek uit
Als uit deze cursus naar voren komt dat je uit het juiste ondernemershout gesneden bent, is het tijd om de haalbaarheid van de plannen voor jouw bedrijf onder de loep te nemen.
Want je kunt nog zulke mooie ideeën hebben, de vraag blijft of er in jouw branche en regio ook voldoende vraag is naar de producten of diensten die je wilt gaan aanbieden.
Meten is in dit geval weten. Onderzoek daarom eerst de markt om vast te stellen of jouw onderneming een reële kans van slagen heeft.
En vergeet ook niet om onderzoek te doen op het gebied van belastingen, verzekeringen en vergunningen. De resultaten moet je vermelden in het ondernemingsplan.
5. Schrijf een ondernemingsplan
Het schrijven van een businessplan is verplicht voor (oriënterende) starters met een WW-uitkering.
Een bedrijfsplan geeft je beter inzicht in de haalbaarheid van het idee en jouw bedrijfsperspectieven op de lange termijn.
Het UWV neemt jouw ondernemingsplan dan ook uiterst serieus en zal alleen toestemming geven als je een goede kans maakt om straks met je bedrijf in je levensonderhoud te voorzien.
Terwijl je werkt aan het samenstellen van het bedrijfsplan, hoef je tijdelijk niet te voldoen aan de sollicitatieplicht. Je spreekt zelf met het UWV af hoeveel tijd je hiervoor krijgt.
Tip! Gratis PDF: ondernemingsplan in 10 stappen
Vind je het lastig om jouw ondernemersplannen goed op papier te krijgen? In deze gratis whitepaper (PDF) leggen wij uit hoe je in 10 stappen een goed bedrijfsplan maakt. Zo ga je goed voorbereid van start met je bedrijf.
6. Neem een besluit
Blijkt uit jouw ondernemingsplan dat jouw plannen haalbaar zijn en beschik je volgens het UWV over de benodigde persoonlijke ondernemerskwaliteiten? Dan is het nu aan jou om een beslissing te nemen: zet je de startersplannen door of niet?
Fijn om te weten is dat je tijdens de start van het bedrijf in eerste instantie in veel gevallen nog steeds gebruik kunt maken van jouw WW-uitkering.
7. Starten met behoud van uitkering
Het UWV heeft drie regelingen voor mensen die een bedrijf willen starten vanuit de WW:
1. Een bedrijf beginnen met startperiode
Als je direct een bedrijf wilt starten als je WW-uitkering ingaat, kun je in aanmerking komen voor een startersregeling. Je ontvangt dan 26 weken lang 29% minder WW-uitkering.
Gedurende dit halfjaar mag je alle uren aan de start van je bedrijf besteden: acquisitie plegen, opdrachten uitvoeren, een webshop inrichten, of een website (laten) maken.
Tijdens deze startperiode maakt het niet uit hoeveel je verdient en hoeveel uur je aan je bedrijf besteedt, Je bent vrijgesteld van de sollicitatieplicht en je behoudt dus 71% van je WW-uitkering.
Let op: als je minder dan 26 weken recht hebt op een WW-uitkering, duurt de startperiode tot het einde van je WW-uitkering.
Het UWV stelt wel een aantal voorwaarden:
- Je bent verplicht de online training ‘Zelfstandig ondernemen met een WW-uitkering’ te volgen
- Je bent verplicht de Inkomstenopgave op je UWV-pagina in te vullen. Dat is in dit geval 0. Het maakt namelijk niet uit hoeveel je bijverdient, maar je moet het wel doen. Anders krijg je geen uitkering
- Je mag gedurende de startperiode geen opdrachten uitvoeren voor je ex-werkgever. Doe je dit wel, dan stopt de uitkering en kan het UWV ook nog boetes opleggen
2. Eigen bedrijf starten met inkomensverrekening
Als je niet gebruikmaakt van de startperiode, berekent het UWV op basis van jouw gewerkte uren een ‘fictief inkomen’ per maand. Dat is het dagloon dat je in loondienst verdiende, omgerekend naar een uurloon.
Dit uurtarief wordt vermenigvuldigd met het aantal uren dat je als zzp’er per maand werkt. 70% van je maandelijkse fictieve inkomen wordt van de WW-uitkering afgetrokken.
Let op: Dit fictieve inkomen is iedere maand hetzelfde. Als je een maand meer of minder verdient, verandert de WW-uitkering dus niet mee.
De sollicitatieplicht loopt door voor de uren waarvoor je nog WW ontvangt. De WW stopt als je inkomsten per maand hoger zijn dan 87,5% van het WW-maandloon.
3. Je werkte in het onderwijs of bij de overheid
Er zijn speciale regels voor mensen die een WW-uitkering krijgen en daarvoor bij de overheid of in het onderwijs werkten. Deze ex-werkgevers blijven verantwoordelijk voor de re-integratie en daarmee betrokken bij de start van je bedrijf.
Ook hier ben je verplicht eerst de online training ‘Zelfstandig ondernemen met een WW-uitkering’ te volgen. Daarna heeft het UWV een advies van je oud-werkgever nodig.
Onderzoeksperiode
Als je de onderzoeksperiode in wil gaan, moet je voormalig werkgever een positief advies geven over het onderzoeken van de mogelijkheden voor een eigen bedrijf.
Startperiode
Als je gebruik maakt van de startperiode moet de oude werkgever een positief advies geven over het starten van een eigen bedrijf. Dit advies moet gebaseerd zijn op het ondernemingsplan.
De ex-werkgever moet ook dit bedrijfsplan meesturen. Pas daarna hoor je of je een eigen bedrijf mag starten.