Let op: De VAR is in 2016 vervangen door de wet DBA en modelovereenkomsten. Dit bleek echter geen goed alternatief. De overheid werkte vervolgens aan een alternatief in de vorm van een webmodule.
Deze webmodule voor zzp'ers moest de Wet DBA gaan vervangen. De online webmodule geeft een opdrachtgeversverklaring af en moet duidelijkheid geven over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Nog steeds is de positie van de zelfstandig ondernemer onduidelijk. Tot die tijd blijft de wet DBA van kracht, maar wordt niet volledig gehandhaafd. De Belastingdienst controleert nu scherper op schijnzelfstandigheid. Lees hier over de plannen en de huidige stand van zaken.
Tijdlijn: VAR, DBA en webmodule
Een snelle tijdlijn:
- 1 mei 2016: VAR afgeschaft
Met een geldige VAR toonde je als zzp’er of freelancer aan dat er geen sprake was van een vaste dienstbetrekking tussen jou en de opdrachtgever. - 1 mei 2016 t/m 10 oktober 2017: modelovereenkomsten en wet DBA
Op 1 mei 2016 werd een nieuw systeem van modelovereenkomsten ingevoerd: de wet DBA. De nieuwe wet veroorzaakte veel onzekerheid bij zzp'ers én opdrachtgevers over de mogelijk nadelige financiële gevolgen. - Oktober 2017 tot nu: tussen wet DBA en webmodule
Het Kabinet-Rutte III kondigde in het regeerakkoord aan dat het niet verder wil met de wet DBA. Wel willen ze op een andere manier schijnzelfstandigheid voorkomen.
Minister Koolmees van sociale zaken wilde de wet DBA op termijn vervangen door de opdrachtgeversverklaring, met de webmodule voor opdrachtgevers. Op dit moment geldt de wet DBA en is het onduidelijk wanneer de wetswijziging doorgevoerd wordt.
Hoe werkte het in de tijd van de VAR-verklaring?
De Belastingdienst worstelt al jaren met de aanpak van schijnzelfstandigheid onder zzp’ers. Dit zijn zelfstandige ondernemers die eigenlijk alleen op papier zelfstandig zijn. Ze werken voor één of enkele opdrachtgevers en doen feitelijk niets anders dan de medewerkers die in loondienst zijn.
De overheid wil dit voorkomen, omdat schijnzelfstandigen werknemers uit de markt zouden prijzen. De opdrachtgever profiteerde namelijk van het feit dat hij geen loonbelasting en sociale premies hoeft te betalen.
Ook voor de opdrachtnemer is schijnzelfstandigheid gunstig, ze kunnen vaak meer verdienen dan in loondienst, en krijgen belastingvoordeel in de vorm van starters- en zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Helaas gebruiken veel schijnzelfstandigen dit niet om een iets voor arbeidsongeschiktheid of hun pensioen te regelen.
Wat was de VAR?
Een VAR (voluit Verklaring Arbeidsrelatie) was een document van de Belastingdienst dat duidelijkheid verschaft over de werkrelatie tussen opdrachtgevers- en nemers. De opdrachtgever wist zo dat hij met een zelfstandige te maken had.
Een VAR aanvragen was niet verplicht, maar werd veel gebruikt, ook door startende ondernemers. Zonder kreeg je bijna geen opdrachten en daarom maakte bijna iedere (startende) ondernemer er gebruik van.
Als zelfstandige professional of freelancer vroeg je zo'n VAR-verklaring aan bij de Belastingdienst. Zij wezen je vervolgens één van de volgende vier varianten toe:
- VAR-wuo
- VAR-row
- VAR-loon
- VAR-dga
In de praktijk bleek de VAR-verklaring deze schijnzelfstandigheid niet afdoende tegen te gaan. Daarom werd de VAR-verklaring afgeschaft en moesten nieuwe modelovereenkomsten tussen opdrachtgever en -nemer deze vervangen.
Waarom is de VAR afgeschaft?
Volgens staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën werkte het VAR-systeem schijnzelfstandigheid in de hand. Zzp'ers die eigenlijk schijnzelfstandig waren, konden zich verschuilen achter de 'zekerheid' van een VAR-verklaring.
Als de fiscus hierachter kwam, kreeg de opdrachtnemer meestal een boete en een naheffing wegens misgelopen belastingafdracht. De risico's van zo'n samenwerkingsverband lagen dus uitsluitend bij de opdrachtnemer. De opdrachtgever - die onterecht geen werkgeverspremies afdroeg - ging in veel gevallen vrijuit.
Op 1 mei 2016 werd de VAR afgeschaft en vervangen door de wet DBA, maar dit ging niet zonder slag of stoot.
Zzp’ers waren bang dat zij door de strengere regels bestaande opdrachten zouden kwijtraken, of nieuwe klussen mislopen. Opdrachtgevers zagen het niet zo zitten dat de zelfstandigen, met wie zij wellicht al een poos samenwerken, ineens konden worden gezien als werknemers.
Modelovereenkomst voor zzp’ers
Bij de invoering van de wet DBA werd aangeraden om voorafgaand aan iedere nieuwe opdracht een mogelijk dienstverband uit te sluiten door een modelovereenkomst op te stellen en deze door de fiscus te laten goedkeuren.
De modelovereenkomsten zijn per sector opgesteld en op de website van de Belastingdienst gepubliceerd. Zzp'ers en bedrijven kunnen de contracten downloaden, invullen en (her)gebruiken.
Wie is aansprakelijk?
Werken volgens zo'n modelcontract is niet verplicht, maar als de Belastingdienst achteraf tóch een dienstbetrekking vaststelt, kan dat grote financiële gevolgen hebben voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer.
Waar in de vroegere situatie alleen de zzp’er aansprakelijk was voor schijnzelfstandigheid, zijn dat sinds 1 mei 2016 opdrachtnemer én opdrachtgever. Zij zijn nu beiden verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie en daardoor ook allebei aansprakelijk te stellen als de Belastingdienst achteraf toch een loondienstverband constateert.
Modelovereenkomst
Zo’n goedgekeurde modelovereenkomst mocht dan de zekerheid geven dat een opdrachtgever geen loonheffing hoefde af te dragen, dit gold uiteraard alleen als de regels ook worden nageleefd.
Als blijkt dat er toch sprake is van een dienstbetrekking, kan de Belastingdienst een naheffing opleggen voor de verschuldigde loonheffingen. Nu dus ook aan de opdrachtgever.
Let op: op dit moment worden alleen naheffingen, boetes en correctieverplichtingen voor de loonheffingen opgelegd bij kwaadwillendheid.
Beoordeling modelovereenkomsten
Naast de modelovereenkomsten is het voor de opdrachtgever ook mogelijk om voor alle opdrachtnemers tegelijk een eigen overeenkomst op te stellen voor soortgelijk werk. Na goedkeuring door de Belastingdienst is ook dit contract opnieuw te gebruiken.
Helemaal nieuw is dit laatste idee overigens niet. Veel bedrijven maakten al gebruik van raamovereenkomsten die ze aan zzp’ers voorlegden - alleen werden deze contracten niet door de Belastingdienst beoordeeld.
De beoordeling van een modelovereenkomsten zegt overigens niets over hoe de Belastingdienst naar de inkomsten van de zzp’er kijkt. Pas bij het beoordelen van de aangifte inkomstenbelasting bepaalt de fiscus of jouw inkomsten als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden worden beoordeeld.
Het werken volgens een voorbeeldovereenkomst zegt dus alleen iets over de loonheffingen en niets over het ondernemerschap van de opdrachtnemer.
Wat is er gebeurd met de BGL?
Oorspronkelijk was het plan om de VAR-verklaring om te zetten in de Beschikking Geen Loonheffingen (BGL). Deze nieuwe module moest constructies die schijnzelfstandigheid in de hand werkten, beter tegengaan.
Met de BGL zouden zowel de opdrachtnemer als opdrachtgever verantwoordelijk worden gehouden voor de beoordeling van de arbeidsrelatie. Nadeel was dat je als zzp’er voor iedere opdracht een afzonderlijke overeenkomst moest sluiten.
Het plan leidde tot een spervuur aan kritiek, van zzp’ers en werkgevers, omdat de invoering van de BGL een enorme administratieve rompslomp zou opleveren. In overleg met de Tweede Kamer en diverse maatschappelijke organisaties is de staatssecretaris daarom op zoek gegaan naar een beter alternatief: dat werd de modelovereenkomst.
Wat is het verschil tussen een modelovereenkomst en de BGL?
In tegenstelling tot de BGL zou er duidelijker onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende sectoren. Er werden zo'n veertig sectorspecifieke plus een paar algemene overeenkomsten op de site van de Belastingdienst gepubliceerd.
Zowel zelfstandige professionals als opdrachtgevers konden hier gebruik van maken. Als bouwvakker hoefde je dus niet meer voor iedere opdracht een ander contract op te stellen. Je downloadt steeds hetzelfde (bouw)document en verandert de naam van de opdrachtgever en de werkzaamheden.
Had je later in dat jaar nog een klus bij deze opdrachtgever, dan kon je direct weer aan de slag. Met name in sectoren waarin risico's van schijnconstructies groot zijn, zou strenger worden getoetst.
Wet DBA zorgde voor onrust
Helaas zorgde de invoering van de wet DBA ook voor veel onzekerheid op de markt. Opdrachtgevers durfden uit vrees voor naheffingen geen (langdurige) samenwerkingen meer aan te gaan met zelfstandigen, die daardoor vaker opdrachten misliepen.
Daarnaast duurde het in bepaalde gevallen erg lang voordat de Belastingdienst een ingezonden modelovereenkomst had goedgekeurd. Ook dit zorgde voor onzekerheid en had als consequentie dat bedrijven minder snel kozen hoor het inhuren van een freelancer.
Handhaving wet DBA uitgesteld
Om de ontstane onrust op de markt weg te nemen (en na lang aandringen van diverse ondernemersorganisaties), besloot staatssecretaris Wiebes in november 2016 om de handhaving op de wet DBA uit te stellen tot 1 januari 2018. Uiteindelijk is 2018 niet gehaald, en is er van daadwerkelijke handhaving nog geen sprake.
De webmodule
Het kabinet-Rutte III wil een alternatief voor de wet DBA invoeren: de opdrachtgeversverklaring. Dit moet een webmodule worden waarin opdrachtgevers de aard van een samenwerking met een zzp'er vastleggen.
Zo'n webmodule is een online tool waarmee opdrachtgevers kunnen checken of het verstandig is om zzp’ers en freelancers in te huren voor een opdracht. De webmodule of opdrachtgeversverklaring moet dus meer duidelijkheid geven over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever- en nemer dan de VAR-verklaring en de wet DBA.
Van januari tot en met oktober 2021 liep er een pilot voor de webmodule. Wanneer de webmodule echt ingevoerd zal worden, hangt af van de wensen van het nieuwe kabinet in november 2023. Je kunt de webmodule nog steeds invullen, maar de uitkomst is puur voor jezelf.
- Lees in dit artikel alles over de laatste ontwikkelen rond het alternatief voor de wet DBA
Wet DBA blijft voor nu geldig
Totdat de webmodule definitief wordt ingevoerd, blijft de wet DBA gelden. Je kunt dus nog steeds modelovereenkomsten gebruiken en laten toetsen door de fiscus. Er worden alleen boetes, naheffingen en correctieverplichtingen voor de loonheffingen opgelegd bij kwaadwillendheid. De definitie van de Belastingdienst luidt als volgt:
"Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet - of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en hij daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast)."
De fiscus doelt hiermee op "gevallen waarin opdrachtgevers opereren in een context van opzet, fraude of zwendel".
Arbeidscriteria
Een situatie waarbij er ruis is ontstaan over de gezagsrelatie tussen een zzp'er en zijn opdrachtgever valt daar dus niet onder. Het lijkt erop dat de Belastingdienst dus alleen maatregelen zal treffen bij partijen die heel bewust schijnzelfstandigheid in de hand werken.
Maar om concreet te kunnen bepalen of iemand daadwerkelijk met zijn volle verstand kwaadwillend heeft gehandeld, zal toch echt eerst een nieuwe definiëring van de arbeidscriteria moeten worden vastgesteld.
Tips van de redactie
Freelancer worden: zo doe je dat
Zzp opdrachten vinden: hoe doe je dat?
Checklist: klanten vinden